Private

Jourdain, Gerard

Service nummer 'E/628361'

Overleden 1945-04-06

Leeftijd 21

Le Régiment de la Chaudière



Gerard Jourdain was de zoon van Wilfrid en Mary Jourdain uit Les Islets Caribou, Quebec, Canada. Hij werd geboren op 4 mei 1923 en het vierde kind in een gezin van 12 kinderen. Hij had nauwelijks onderwijs genoten en kon niet schrijven. Voor de brieven naar huis riep hij de hulp in van anderen.
Gerard werd in februari 1943 opgeroepen voor militaire dienst en ontving zijn basisopleiding in Montmagny en de vervolgopleiding in Valcartier. Hij werd geplaatst bij Le Regiment de Maisonneuve waar hij bleef tot hij in februari 1944 werd overgeplaatst naar Le Regiment de Hull waar hij als kok werkte. In mei 1944 werd hij opnieuw overgeplaatst, dit keer naar Les Fusilliers de Sherbrooke.
Gerard had veel lichamelijke klachten, had rugpijn en vertelde aan hemofilie (bloederziekte) te lijden. Tijdens zijn militaire dienst werd hij een paar keer opgenomen in het ziekenhuis, onder meer met griep en mazelen. Zijn moeder schreef een brief aan de minister van defensie waarin zij in krachtige bewoordingen stelde dat zij het niet verantwoord vond dat haar zoon werd blootgesteld aan het oorlogsgeweld en dat volgens haar elk letsel hem fataal zou kunnen zijn. Gerard is op 8 december 1944 uitgebreid medisch onderzocht, maar er waren geen aanwijzingen voor hemofilie en hij werd geschikt verklaard voor uitzending.

Dienstplicht onder de National Resources Mobilization Act was aanvankelijk beperkt tot de inzet van "Home Service" in Canada. Mensen konden er vrijwillig voor kiezen om in overzeese gebiedsdelen te worden ingezet. De regering draaide dit besluit echter  terug na een volksraadpleging in april 1942.

Tot groot verdriet van zijn moeder vertrok Gerard op 11 januari 1945 per boot naar het Verenigd Koninkrijk waar hij na 7 dagen arriveerde. Op 10 maart ging zijn reis verder naar het Europese vasteland, waar hij op 27 maart als versterking werd toegevoegd aan Le Régiment de la Chaudière. Zijn inzet voor het front was helaas van korte duur.

Zutphen
De hoofdaanval op Zutphen werd in de vroege ochtend van 6 april 1945 ingezet vanaf de Kapperallee. Het Regiment de La Chaudiere leidde de aanval via de Voorsterallee en werd daarbij ondersteund door het 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) en op beide flanken door het North Shore Regiment (NSR).
Zutphen werd fel verdedigd door leden van de 361e Volks Grenadier Divisie, leden van het 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment en Nederlandse SS-ers met machinegeweren, snipergeweren, mortieren en panzerfausten.
In het Deventerwegkwartier werd onder andere zwaar gevochten in de Schimmelpennincklaan, de Sloetstraat, de van der Capellenlaan, de Heeckerenlaan en de Gasthuiskamp. Het ging vaak van huis tot huis en vele woonhuizen werden verwoest of raakten in brand.
Soldaat Gerard Jourdain raakte in deze strijd dodelijk gewond. Hij werd tijdelijk begraven in de voortuin van "het Elger" in Almen en werd op 28 januari 1946 herbegraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Holten, graf II. F. 16.

Gerard Jourdain wordt jaarlijks herdacht bij het monument aan de Dorpsstraat in Almen.

Gerard Jourdain was the son of Wilfrid and Mary Jourdain from Les Islets Caribou, Quebec, Canada. He was born on May 4, 1923 and the fourth child in a family of 12 children. Gerard hardly had any education and could not write. He enlisted the help of others for the letters home.
Jourdain was called up for military service in February 1943 and received his basic training in Montmagny and Advanced training in Valcartier. He was posted to Le Regiment de Maisonneuve where he remained until he was transferred to Le Regiment de Hull in February 1944 where he worked as a cook. In May 1944 he was transferred again, this time to Les Fusilliers de Sherbrooke.
Gerard had many physical complaints, had back pains and said he suffered from haemophilia. During his military service, he was hospitalized a few times, including with flu and measles. His mother wrote a letter to the minister of defense in which she states in strong terms that she did not think it was justified that her son was exposed to the violence of war and that in her view any injury could be fatal for him. Gerard was extensively medically examined on December 8, 1944, but there was no evidence of haemophilia and he was declared fit to be deployed.

Conscription under the National Resources Mobilization Act was initially limited to the “Home Service” deployment in Canada. People could voluntarily choose to be deployed in overseas territories. The government reversed this after a plebiscite in April 1942.

Much to his mother chagrin Gerard left by boat for the United Kingdom on January 11, 1945 where he arrived after 7 days. On March 10, his journey continued to the European mainland, where he was added to Le Régiment de la Chaudière on March 27 as a reinforcement. His commitment to the front is unfortunately short-lived.

Zutphen
The main attack on Zutphen was launched in the early morning of April 6, 1945, from the Kapperallee Rd on the east side of the town. The Régiment de la Chaudière led the attack via the Voorsterallee Rd, supported by 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) and on both flanks by the North Shore (NB) Regiment, NS(NB)R.
Zutphen was fiercely defended by young and fanatical members of the 361st Volks Grenadier Division, members of the 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment (Paratrooper) regiment and Dutch SS men with machine guns, sniper rifles, mortars, and Panzerfausts.The regiment participated in heavy fighting, on the streets Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, van der Capellenlaan, Heeckerenlaan and Gasthuiskamp, among others. They fought house to house and many homes were destroyed or went up in flames.

Private Gerard Jourdain was fatally wounded in this battle. He was temporarily buried in the front garden of "het Elger" in Almen and was reburied on January 28, 1946 at the Canadian War Cemetery in Holten, grave II. F. 16. 

Gerard Jourdain is yearly remembered at the monument at the Dorpsstraat in Almen.