Foissac, Lucien

Lucien Foissac

werd geboren op 24 januari 1919 in Lapeyrouse, Puy de Dôme, Frankrijk.
Hij wilde altijd al piloot worden en melde zich in 1937 vrijwillig aan om bij de Franse luchtmacht zijn droom werkelijkheid te laten worden. Hij behaalde zijn brevet in augustus 1938 en werd een maand later bevorderd tot sergeant. In mei 1939 werd hij toegewezen aan de 7th Fighter Wing. Op 26 augustus 1940 stapte hij over naar de GC I/1 Fighter Group in Lyon en in februari 1941 naar de Madagascar Air Force. Madagaskar was een Frans eiland en behoorde in het begin van de oorlog  tot het Vichy-regime van maarschalk Pétain, dat de As steunde maar er geen onderdeel van uitmaakte. In Madagaskar werd Lucien gedetacheerd bij de Ivato om vliegtuigen te vervoeren. Toen in 1942 Madagaskar door de Britten werd veroverd, werd Lucien gevangen genomen. In januari 1943 ging hij, nog steeds in Madagaskar, vliegen voor “Force Aériennes Francaises Libre” de luchtmacht van de Vrije Fransen.

Lucien Foissac, geknield, uiterst links.(foto: Francaislibres.net)

In april 1943 werd Lucien overgeplaatst naar het Verenigd Koninkrijk en kreeg zijn vervolgopleiding bij de Advanced Flying Unit 5 van de Royal Air Force in Ternhill, Shropshire, Engeland. Uiteindelijk kwam hij terecht bij het 341e Squadron, dat ook wel bekend stond als Groupe de Chasse no. 1 “Alsace”.

Lucien Foissac (links) (foto: forumactif.com)

Op 18 augustus 1944 raakte Lucien met zijn vliegtuig boven Normandië in de problemen en werd hij als vermist opgegeven. Wat hem precies is overkomen is niet bekend, maar hij werd teruggevonden op een paar kilometer van Bayeux en keerde op 22 augustus 1944 terug naar zijn eenheid. 

Verkenning boven Zutphen

Het weer was slecht op 1 april 1945. Er stond een harde wind en de bewolking was laag, variërend van 300 tot soms 100 meter. Maar toch moest er gevlogen worden om de vijand, die zich uit Nederland aan het terugtrekken was, aan te vallen.
Van het vliegveld Schijndel vertrokken de Spitfire’s van het 341e Sqdn voor een gewapende verkenning in het gebied Zutphen, Zwolle, Hengelo. De vliegtuigen stegen op in secties van twee, telkens met tussenpozen van veertig minuten. Lucien Foissac vertrok om 13:35 als zevende en laatste sectie met Spitfire SM422, samen met aspirant vlieger L. le Flecher met Spitfire TB373.
Ten zuiden van Lochem, zo’n 15 kilometer ten oosten van Zutphen, werden beide toestellen beschoten door een Duitse Flak (Flugabwehrkanone) die opgesteld stond in een bos. 
Volgens het “Operation Record Book” van het 341e Squadron, werd de brandstoftank van het toestel van Lucien Foissac geraakt. De Spitfire vloog in brand, stortte neer en explodeerde op de grond. Volgens ooggetuigen kwam het toestel neer tussen de Dorpsstraat en de Wehmerweg in Almen, ten zuiden van het Twentekanaal.  Het toestel van le Flecher liep geen schade op van de flak en keerde om 14:45 alleen terug op de basis. 

De Spitfire van Lucien Foissac is in deze omgeving gecrasht. (klik om te vergroten)

1 April was een slechte dag voor Wing No.1 van het 341e Squadron. 
Het verloor die dag drie vliegtuigen. Later zou blijken dat twee piloten sneuvelden en één piloot werd vermist. 

Het verslag in het “Operation Record Book” werd die dag afgesloten met de volgende woorden:

“However, it is what has to be expected, and there’ll be time enough to morn when the war is won. Meanwhile there is a job to be done and we will just carry on as usual. Their sacrifice was not in vain, and it is up to us to prove it.”

Lucien Foissac werd tijdelijk begraven aan de Dorpsstraat in Almen.
Op 12 augustus 1949 werd zijn lichaam gerepatrieerd naar Dijon, Frankrijk, waar hij op de gemeentelijke begraafplaats werd begraven, vak 6, graf 61.