vrijwilliger luchtwachtdienst

van Haren, Marinus Wilhelmus

Service nummer

Overleden 1940-05-10

Leeftijd 46

Dutch Army - Vrijwillige Landstormkorps Luchtwachtdienst



Marinus Wilhelmus van Haren werd geboren op 23 maart 1894 in Ermelo als zoon van Marinus van Haren en Jantje Jansen. Vader was rijksveldwachter en overleed op jonge leeftijd, waana zijn moeder Jantje  met 14 kinderen achter bleef.

Marinus trouwde in 1916 met Wilhelmina Johanna Bouwman uit Zutphen en samen woonden zij op het adres Kruisstraat 45 in Zutphen. Het echtpaar had 2 kinderen.

Marinus was een vrijwilliger bij de post Zutphen van het Vrijwilliege Landstormkorps  Luchtwachtdienst.
De luchtwachtpost, die gevestigd was op het dak van handelsonderneming Reesink aan de Oost- en bij de steenfabriek in de Hoven aan de Westkant van de rivier de IJssel, had tot taak de posities en hoogtes van vijandelijke vliegtuigen door te geven aan de hoofdluchtwachtpost in Utrecht.

Het pand van de firma Reesink, met linksboven op het dak de uitkijkpost voor de luchtwachtdienst. (foto: Stedelijke Musea Zutphen)

In de nacht van 9 op 10 mei 1940 werden door de post Zutphen diverse vliegtuigen waargenomen. Maar de telefoonlijnen naar Utrecht waren overbelast waardoor men dit niet kon melden en weldra kreeg men opdracht dit ook niet meer te proberen.
Toen in de vroege ochtenduren van 10 mei 1940 informatie ontvangen werd dat de Duitsers de oostgrens gepasseerd waren en een gepantserde trein naar Zutphen onderweg was, werd om 05:30 uur  de verkeers- en spoorbrug opgeblazen. 


De opgeblazen IJsselbrug bij Zutphen. Op de achtergrond is de steenfabriek, waar de post van de luchtwachtdienst gevestigd was, nog net zichtbaar.(foto:Stedelijk Museum Zutphen)

Besloten werd om de luchtwachtgroep terug te laten trekken naar Voorst. Maar aangezien er nog een paar vrijwilligers op het ochtendappel gemist werden, kregen de vrijwilligers Marinus van Haren en Adriaan van de Beukel opdracht van kapitein Ebens om aan de overzijde van de IJssel (de oostelijke oever) te kijken of zij de ontbrekende vrijwilligers konden ophalen zodat men gezamenlijk kon terugtrekken. Zij kregen echter van de sectie commandant onder de brug geen toestemming om de uiterwaarden over te steken. Omdat het vuren elk moment kon beginnen werden zij gesommeerd zich onmiddellijk uit de voeten te maken. 
Van Haren en van de Beukel besloten weer terug te fietsen naar de post bij de steenfabriek. Maar na een tiental meters kwamen zij onder vuur te liggen (hoogstwaarschijnlijk op de Vliegendijk) en zochten dekking door zich plat op de grond te laten vallen. Na 5 minuten deden zij een tweede poging. Maar na een paar meter viel er een schot en van Haren viel dodelijk getroffen van zijn fiets. Adriaan van de Beukel zag kans om te voet, via sloten en onder dekking van de dijk, de bebouwde kom van de Hoven en uiteindelijk Voorst te bereiken. waarna hij verslag kon doen van het voorval. 


Het rapport over het voorval 

Marinus van Haren ligt, samen met 5 andere Nederlandse soldaten, begraven op de algemene begraafplaats aan de Warnsveldseweg in Zutphen. Hun graven vormen samen een monument dat herinnert aan de strijd bij de IJssel. De gevallen soldaten worden jaarlijks op 10 mei herdacht, o.a. door leerlingen van de RK basisschool "de Scheperstee" uit Warnsveld die het monument hebben geadopteerd.

 

Marinus Wilhelmus van Haren was born on March 23, 1894 in Ermelo. He married Wilhelmina Johanna Bouwman from Zutphen in 1916 and they lived together at Kruisstraat 45 in Zutphen. The couple had 2 children.

Marinus was a volunteer of a local observer corps.
The air observation post, which was located near the brick factory in De Hoven, on the west side of the river IJssel, was a civil defence organisation intended for the visual detection, identification, tracking and reporting of aircraft to the main air observation post in Utrecht. In the night of 9 to 10 May 1940, several aircraft were sighted by the Zutphen post. But the telephone lines to Utrecht were overloaded, so that it was not possible to report this and soon they were ordered not to try this anymore.
When information was received in the early morning hours of 10 May 1940 that the Germans had crossed the eastern border and an armored train was on its way to Zutphen, the road- and railway bridge was blown up at 06:30.

It was decided to have the air observation group withdraw to Voorst, a village 4 kilometers west of Zutphen. But since a few volunteers were still missed at the morning roll call, the volunteers Marinus van Haren and Adriaan van de Beukel were instructed by Captain Ebens to look on the other side of the IJssel (the eastern bank) to see if they could pick up the missing volunteers so that could withdraw together. However, they were not allowed to cross the flood plains from the section commander under the bridge. Since the firing could start at any moment, they were ordered to flee immediately.
Van Haren and van de Beukel decided to cycle back to the post at the brick factory. But after a dozen yards they came under fire and took cover by dropping flat on the ground. After 5 minutes they made a second attempt. But after a few meters a shot was fired and Van Haren fell mortally wounded from his bicycle. Adriaan van de Beukel managed to reach the built-up area of ​​the Hoven and finally the village of Voorst on foot, via ditches and under cover of the dike, after which he could report the incident.


Marinus van Haren is buried, together with 5 other Dutch soldiers, at the general cemetery in Zutphen. Their graves together form a monument that recalls the battle at the IJssel. The fallen soldiers are commemorated annually on May 10, among others by students of the Scheperstee from Warnsveld who have adopted the monument.